In het laatste gedeelte van mijn travel diary van Sri Lanka heb ik het al aangekondigd: na drie dagen in Nuwara Eliya gaan wij door naar een dorpje in de buurt van het nationalpark Yala. Yala is niet alleen de grootste, maar ook de meest bekende nationalpark van het land – er komen dus ook erg veel toeristen. In het dorpje waar ons hotel zit, is dit ook meteen te zien: de meesten verlaten het hotel alleen voor de safari. Wij komen in de namiddag aan en beslissen, om voor vandaag hetzelfde te doen: een paar uurtjes bij de pool en daarna eten in het restaurant van het hotel. Niet echt super goed, maar wel oké. Het avontuur hier begint dus pas de volgende dag. Terwijl onze driver ons wilde overtuigen om twee safari’s te doen, hebben wij gekozen om er maar één mee te maken. In de namiddag zijn de meeste dieren actiever dan in de ochtend, en we hebben geen zin om twee keer in het zelfde park te zitten en bijna de zelfde route twee keer te doen. Mochten wij niet alles zien, kunnen wij nog altijd een tweede safari bij Udawalawe plannen, waar we over twee dagen naartoe gaan.
Safari in het Yala nationalpark
Na een bezoekje in het dorpje, waar echt niks te doen is (wij bezoeken de tempel en rijden een keer door het dorpje voordat we toch weer naar het hotel en de pool gaan). Na de middag ontmoeten wij de safari gids. We gaan vanaf het hotel met een typische safari jeep (in principe zitten wij boven op de jeep), terwijl het gewoon nog bijna drie kwartier is rijden. Dat is al spannend genoeg en voelt een beetje als in een achtbaan gezien wij gewoon boven op het dak zitten en de straten hier niet de besten zijn. Een keer in het park gaat het dan een heel stuk langzamer – niet alleen omdat hier natuurlijk geen straten zijn, maar vooral omdat wij in een rij met andere jeeps rijden. Zodra er eentje stopt, moet de rest ook stoppen. We rijden een tijdje, en zien verschillende vogels, buffels, herten en andere dieren – maar ik kan niet afwachten tot dat wij eindelijk olifanten zien.
En dan is het eindelijk zo ver. Al vanaf verder weg zien wij een groep jeeps staan en de kans is groot, dat de reden een of meerdere olifanten zijn. In dit geval is het eentje, die een heel stuk verder op staat te eten – maar toch is het indrukwekkend. Na een tijdje kijken moeten we dan toch wel weer verder gaan, want in totaal hebben wij maar drie uurtjes in het park voordat we weer naar het hotel terug gaan. We rijden en rijden. En af en toe stoppen we even om naar apen, meer olifanten, vogels en zelfs een keertje naar een krokodil te kijken. Maar ook de natuur om ons heen met de Elephant Rock is indrukwekkend. Ik weet soms niet eens, welke kant ik op moet kijken, om niets te missen.
Het enige dat we niet zien zijn luipaarden. Onze driver gaat extra nog een omweg rijden naar een plek waar vaak één bepaalde luipaard wordt gezien, maar we hebben geen geluk. Voor mij maakt het niet meer veel uit – ik zit gewoon vol van de indrukken van de dag en ben super blij. Langzaam gaat het voor ons dan ook al weer richting uitgang van het park. Het wordt al donker, en ik probeer om de indrukken van de dag te verwerken – voor mij was het de eerste safari ooit en ik vond het geweldig. Maar er komt nog één laatste verrassing: ineens zien wij honderden vleermuizen over de jeep vliegen. Ze zijn super groot en gewoon…zo veel! Het is zo’n onwerkelijk moment, maar de perfecte afsluiting voor deze dag. In plaats van foto’s te maken zit ik gewoon in de jeep en geniet van het moment.
Bij het avondeten besluiten wij, dat we vandaag genoeg dieren hebben gezien en de volgende dag niet nog een safari in Udawalawe hoeven te doen. Onze driver gaat ons naar een Elephant Transit Home brengen en daarna gaan wij de dag gewoon bij het hotel afsluiten.
Elephant Transit Home Udawalawe
De volgende dag gaan wij vroeg weg, want we willen om 10 uur bij de Elephant Transit Home zijn. Dan krijgen de olifanten, die hier zijn opgenomen omdat ze gewond waren of de moeders zijn overleden, de eerste maaltijd van de dag. In dit olifanten weeshuis kun je niet dicht bij de olifanten. Aanraken of op de olifanten rijden is geen optie – dit vond ik wel belangrijk. Want olifanten zijn gewoon wilde dieren en in de meeste Elephan Orphanages, waar je dus dichter bij kunt, worden de olifanten geslaan om ze tam te maken. In Udawalawe sta je zo’n 20 meter ver weg – maar je kunt alles goed zien. Naast de olifanten babys vind ik vooral een olifant met een beenprothese indrukwekkend. Hij was gewond en werd toen opgenomen – zonder zijn prothese en de hulp van de medewerkers zou hij waarschijnlijk nu dood zijn. Ook de kleine olifanten zijn in de meeste gevallen hun moeders kwijt geraakt. Hier in Sri Lanka wordt nog steeds op olifanten geschoten, als ze te dicht bij de dorpjes komen en de mensen bang zijn dat ze iets kapot gaan maken.
Na een tijdje kijken gaan wij nog in het museum, dat bij het Elephant Transit Home hoort. Hier wordt niet alleen alles over olifanten uitgelegd, maar er is ook nog een keer achtergrondinformatie over het werk dat hier gedaan wordt. Voor het museum staat het skelet van een olifant, die ze hier niet meer konden redden omdat hij werd neergeschoten.
Toen we door gaan naar het volgende hotel komen wij nog langs een olifant, die direct naast de straat staat. Onze driver zegt dat hij hier bijna altijd staat – omdat mensen hem hier eten hebben gegeven en hij weet, dat hij hier meer krijgt. Alleen is hij door de fruit en andere dingen ziek geworden, want dat eten olifanten in de natuur eigenlijk niet. Hij staat zo dicht bij de straat en is helemaal niet bang. Niet van de auto’s, die gewoon met volle speed langsgaan, en niet van de mensen, die uitstappen. We zouden hem kunnen aanraken, maar dat doen wij niet. Het blijft een wild dier en de mensen hebben hem al genoeg pijn gedaan.
De rest van de dag brengen wij bij het zwembad van het hotel door en ik ga zelfs een half uurtje naar de gym. Morgen gaat het weer verder: richting strand. Voor ons de laatste stop voordat wij terug gaan naar Colombo en dan naar huis.
Hebben jullie al een keertje olifanten in de natuur gezien?
Liefs uit München! xx