Het is geen verrassing, dat ik gek ben op shoppen. Ik hou ervan om nieuwe kleding te kopen, nieuwe looks samen te stellen en nieuwe trends te ontdekken. Het gaat er helemaal niet om het blije gevoel dat je krijgt op het moment dat je iets nieuws hebt gekocht – want ja, dat is wel leuk, maar meestal gewoon van korte duur. Maar ik kan gewoon heel blij worden van kleding en alles, wat je ermee kunt. Heel lang dacht ik, de beste manier om zo veel mogelijke looks te creëren was om zo veel mogelijk kleding te hebben. Gelukkig weet ik inmiddels: Dat klopt helemaal niet!
Lesson Learned: Less is More
Ik ging altijd al regelmatig shoppen. En vroeger kocht ik bijna altijd wel iets nieuws – soms maar één dingetje, maar vaak ook duidelijk meer. Al mijn zakgeld en wat ik door bijbanen verdiende werd direct uitgegeven aan kleding. Ik kocht dingen die ik bij anderen had gezien of omdat het een trend was. Meestal ging ik wel voor redelijk goedkope items, want dan kon ik natuurlijk meer dingen kopen. Mijn idee erachter: Als ik veel kleding heb, kan ik een zo divers mogelijke style ontwikkelen. Ik moet wel toegeven, dat er best wat kledingstukken in mijn kledingkast zijn belandt, die ik misschien maar één of twee keer heb gedragen. Ik dacht, als ik nog meer opties zou hebben om kleding te combineren zouden er uiteindelijk wel een keer genoeg opties zijn om alles wel een keertje te dragen. Je zou verwachten, dat ik het lesje over minder is soms meer weer tijdens een semester in het buitenland heb geleerd, toen ik maar een koffer vol met kleding mee kon nemen. Maar eigenlijk leerde ik het meer uit mijn studie en banen, die ik had.
Als je in de marketing werkt, gaat het vaak erom, om een merk een imago te geven – dus ervoor te zorgen, dat mensen bepaalde eigenschappen met een merk associeren. Tijdens mijn studie en mijn eerste banen snapte ik steeds meer, hoe belangrijk het is en wat er allemaal bij komt kijken. Uiteindelijk is kleding voor mij inmiddels vergelijkbaar met één onderdeel van je eigen “merk”, dus je persoonlijkheid: Het is vaak een van de eerste dingen waarop mensen je gaan beoordelen. Ik vind het dus belangrijk, dat mijn kleding laat zien, wie ik ben. Niet alleen wat er nu op dit moment trend is of dingen, die ik bij anderen heb gezien. Natuurlijk hoef je geen keuze te maken, of je één bepaalde style wilt gaan dragen – want je persoonlijkheid is veel diverser dan een merk normaalgesproken is. Maar zodra je snapt, dat je niet overal in mee hoeft te gaan kun je eraan beginnen, om je eigen “merk” op te bouwen.
Toen ik dit een keer had gesnapt, had ik ook snel door, dat je helemaal niet zo veel kleding nodig hebt. Dingen weg doen voelt erg goed – vooral, als je het gevoel hebt dat deze dingen sowieso niet helemaal bij jou passen. Als je minder kleding hebt, wordt je vaak kreativer dan dat je bent als je te veel keuze hebt. Je kunt dingen een keer op andere manieren combineren. En uiteindelijk draag je waarschijnlijk meer verschillende outfits dan als je een hele kast vol hebt hangen en het overzicht kwijt bent. Als je regelmatig opruimt en dingen weg doet die je langer niet hebt gedragen, leer je redelijk snel, wat wel of niet bij je past – en heb je alsnog genoeg ruimte, om te gaan shoppen. Positieve bijwerking van deze Lesen Learned: Ik geef veel minder geld uit aan trend items, die toch maar een paar keer worden gedragen voordat ze in mijn kast verdwijnen. En dat kan ik dan weer uitgeven aan tijdloze items of een handtas, die ik al lang op het oog had.